<= =>

LET OP, dit ontwerp wordt NIET ingevoerd,
dit is een archief tekst.

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden voor het rijonderricht en de erkende rijscholen.

Titel 4. Het personeel van een filiaal

Hoofdstuk 2. De toelatingen

Afdeling 2. De lestoelating

Onderafdeling 4. De stage

Art. 74.

De kandidaat-lesgever voor lestoelating II, III, IV of V die geslaagd is voor de schriftelijke proef, vermeld in onderafdeling 2, en die beschikt over een stagetoelating als vermeld in onderafdeling 3, vervult een stage in een filiaal van een rijschool voor hij kan deelnemen aan de proef modelles, vermeld in onderafdeling 5.

De kandidaat-lesgever voor lestoelating III kan de stage vervullen in een of meer filialen van een of meer rijscholen.

De kandidaat-lesgever voor lestoelating VI die beschikt over een stagetoelating als vermeld in onderafdeling 3, vervult een stage in een filiaal van een rijschool voor hij kan deelnemen aan de proef modelles, vermeld in onderafdeling 5.

Art. 75.

Het stageprogramma dat iedere stagiair volgt, omvat de volgende elementen:

1° de basisprincipes van de werking van een rijschool leren kennen;

2° theorie- en praktijklessen bijwonen;

3° het onderricht, met inbegrip van de voorbereiding van de lessen en de evaluatie van de gegeven lessen;

4° de werking van de examencentra leren kennen en het bijwonen van praktische examens;

5° omgaan met kandidaten die extra ondersteuning nodig hebben;

6° alle onderdelen van de rijopleiding bijwonen.

Art. 76.

§1. Voor elke lestoelating geeft de stagiair de volgende minimumaantallen uren les:

1° voor lestoelating II: 175 uur;

2° voor lestoelating III: 70 uur;

3° voor lestoelating IV: 175 uur;

4° voor lestoelating V: 175 uur;

5° voor lestoelating VI: 175 uur.

Alleen de lessen die de stagiair effectief gegeven heeft, tellen mee als stage-uren.

De voorbereiding van de lessen of de kijkstage telt niet mee als stage-uren.

§2. De stage mag hoogstens 35 uur per week duren.

Art. 77.

§1. De stage vindt plaats onder toezicht van een stagemeester.

Een stagiair mag door maximaal drie stagemeesters begeleid worden.

Een stagemeester mag niet meer dan twee stagiairs tegelijkertijd begeleiden.

Als de kandidaat-lesgever voor lestoelating III zijn stage in verschillende rijscholen doorloopt, verloopt de stage in de filialen van iedere rijschool onder het toezicht van een stagemeester.

§2. De stagemeester leidt de stagiair nauwlettend op conform het stageprogramma, vermeld in artikel 75.

§3. Als de stagetoelating nog geldig is, kan het bestuur, nadat het een met redenen omkleed verzoek van de stagiair of de stagemeester heeft ontvangen, de stagiair toestaan om zijn stage met een andere stagemeester of in een andere rijschool voort te zetten.

§4. De lesgever die als stagemeester wil optreden, moet daarvoor erkend worden.

De kandidaat-stagemeester heeft minstens drie jaar de lestoelating waarvoor hij als stagemeester wil optreden en heeft, behalve als hij houder is van een pedagogisch diploma, een opleiding coaching van zeven uur gevolgd.

De volgende diploma's worden aanvaard als pedagogisch diploma als vermeld in het tweede lid:

1° het diploma bachelor of master in de psychologische wetenschappen;

2° het diploma bachelor of master in de pedagogische wetenschappen;

3° het diploma GLSO, GVSO-groep 1 of geaggregeerde voor het hso en NUHO, hokt, holt, lsbo, lsto, GPB;

4° het diploma van onderwijzer of het pedagogische bekwaamheidsbewijs.

In het jaar waarin de kandidaat-stagemeester de opleiding coaching, vermeld in het tweede lid, heeft gevolgd, wordt de minimumduur van de opleiding, vermeld in artikel 114, §2, verminderd met de duurtijd van de opleiding, vermeld in het tweede lid.

Om erkend te worden, dient de kandidaat-stagemeester bij het bestuur op elektronische wijze of op papier een erkenningsaanvraag in, waarvan het bestuur het model bepaalt.

De volgende documenten worden bij de aanvraag gevoegd:

1° een kopie van het getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat-stagemeester een opleiding coaching van zeven uur, vermeld in het tweede lid, gevolgd heeft;

2° een uittreksel uit het strafregister model 2 dat maximaal drie maanden oud is.

De minister of zijn gemachtigde deelt uiterlijk één maand nadat hij de aanvraag heeft ontvangen, aan de kandidaat-stagemeester mee of de aanvraag al dan niet volledig is.

Als de aanvraag onvolledig is, behandelt de minister of zijn gemachtigde de aanvraag pas nadat hij de ontbrekende informatie heeft ontvangen.

De minister of zijn gemachtigde neemt binnen één maand nadat een volledige aanvraag is ingediend, een beslissing om al dan niet een erkenning als stagemeester uit te reiken.

De minister of zijn gemachtigde kan de termijn waarin hij zijn beslissing moet nemen, verlengen met één maand. Hij brengt de kandidaat-stagemeester daarvan op de hoogte.

Als er geen beslissing wordt genomen binnen de opgelegde termijn, geldt het ontbreken van een beslissing als een beslissing van aanvaarding.

§5. Als de minister of zijn gemachtigde beslist om de stagemeester te erkennen, wordt een erkenningsbeslissing uitgereikt, waarvan de minister het model bepaalt.

De stagemeester mag alleen een stagiair begeleiden voor de lestoelating waarvoor hij een erkenning als stagemeester heeft.

Art. 78.

§1. In het begin van de stage rijdt de stagiair samen met de stagemeester een rit van ten minste zestig minuten. Na die rit beoordeelt de stagemeester de rijvaardigheid van de stagiair met een evaluatieformulier waarvan het bestuur het model bepaalt. Dat formulier wordt op het einde van de stage bij de eindbeoordeling gevoegd.

De werkpunten worden met de stagiair besproken en worden verder opgevolgd door de stagemeester.

§2. De stagemeester is aanwezig bij de theoretische en praktische lessen die de stagiair geeft, totdat de stagemeester kan waarborgen dat de stagiair geschikt is om doeltreffend en nuttig onderricht te geven en dat de stagiair bij gevaar tijdens het praktische onderricht passend kan reageren.

De stagemeester volgt minstens de helft van de stage-uren.

Als de stagemeester niet de helft van de stage-uren heeft bijgewoond, worden de stage-uren van de stagiair waarbij geen stagemeester aanwezig is, niet in rekening genomen. De stagiair haalt de resterende uren samen met zijn stagemeester in zodat de stagemeester minstens de helft van de stage-uren heeft bijgewoond.

§3. De stagiair houdt een formulier stageverloop bij, waarvan het bestuur het model bepaalt. Het formulier vermeldt in chronologische volgorde de gegevens over de praktische opleiding en de lessen die de stagiair gegeven heeft onder of zonder toezicht van de stagemeester.

De stagiair ondertekent het formulier stageverloop na elke les. De stagemeester ondertekent het formulier ook voor de lessen die hij heeft bijgewoond. Het formulier wordt op het einde van de stage bij de eindbeoordeling gevoegd.

§4. De stagemeester en de stagiair houden na elke 35 uur stage een evaluatiegesprek en vullen daarvoor het formulier stage-evaluatie in, waarvan het bestuur het model bepaalt. De formulieren stage-evaluatie worden op het einde van de stage bij de eindbeoordeling gevoegd.

Art. 79.

§1. Op het einde van de stage rijdt de stagiair samen met de stagemeester opnieuw een rit van zestig minuten. De stagemeester beoordeelt die rit met een evaluatieformulier waarvan het bestuur het model bepaalt. Het formulier wordt op het einde van de stage bij de eindbeoordeling gevoegd.

De stagemeester stuurt de stagiair nog bij waar nodig.

§2. De stagemeester reikt aan de stagiair een eindbeoordeling uit, waarvan het bestuur het model bepaalt. In die eindbeoordeling wordt bevestigd dat de stagiair de stageverplichtingen heeft vervuld.

De eindbeoordeling wordt opgemaakt binnen veertien dagen na de dag waarop de stagiair zijn minimumaantal stage-uren heeft bereikt.

De eindbeoordeling wordt ondertekend en gedateerd door de stagemeester en de stagiair.

De stagemeester stuurt de ondertekende eindbeoordeling uiterlijk veertien dagen na het einde van de stage samen met de volgende documenten naar het bestuur:

1° het formulier stageverloop, vermeld in artikel 78, §3, eerste lid;

2° de tussentijdse formulieren stage-evaluatie, vermeld in artikel 78, §4;

3° de evaluatieformulieren van de ritten, vermeld in artikel 78, §1, eerste lid, en artikel 79, §1, eerste lid.

De kandidaat-lesgever mag gedurende de periode tussen het opsturen van de documenten, vermeld in het vierde lid, en het verkrijgen van de lestoelating onderricht blijven geven en de bijbehorende taken als kandidaat-lesgever blijven uitvoeren voor maximaal 35 uur per week, uitsluitend bij de rijschool waar hij de stage heeft doorlopen.

§3. De eindbeoordeling is één jaar geldig na de afgifte ervan en vervalt als de kandidaat niet geslaagd is voor de proef modelles, vermeld in artikel 83, §1, eerste of tweede lid.

§4. Als de kandidaat-lesgever voor lestoelating II, IV, V of VI niet geslaagd is voor de proef modelles, vermeld in artikel 83, §1, eerste of tweede lid, volgt hij opnieuw 70 uur stage voor hij opnieuw toegelaten wordt tot de proef modelles.

Als de kandidaat-lesgever voor lestoelating III niet geslaagd is voor de proef modelles, vermeld in artikel 83, §1, eerste lid, volgt hij opnieuw 35 uur stage voor hij opnieuw toegelaten wordt tot de proef modelles.

Nadat de stagiair de stage, vermeld in het eerste of tweede lid, afgerond heeft, krijgt hij een nieuwe eindbeoordeling.

De eindbeoordeling wordt opgemaakt binnen veertien dagen na de dag waarop de stagiair zijn minimumaantal stage-uren heeft bereikt.

De eindbeoordeling wordt ondertekend en gedateerd door de stagemeester en de stagiair.

De stagemeester stuurt de ondertekende eindbeoordeling uiterlijk veertien dagen na het einde van de stage naar het bestuur.

De kandidaat-lesgever mag gedurende de periode tussen het opsturen van de eindbeoordeling, vermeld in het zesde lid, en het verkrijgen van de lestoelating onderricht blijven geven en de bijbehorende taken als kandidaat-lesgever blijven uitvoeren voor maximaal 35 uur per week, uitsluitend bij de rijschool waar hij de stage heeft doorlopen.

Art. 80.

Het bestuur verklaart de stage-uren van de stagiair als ongeldig als niet aan de voorwaarden, vermeld in deze onderafdeling, is voldaan.

De minister of zijn gemachtigde kan de erkenning van een lesgever als stagemeester intrekken als hij de verplichtingen, vermeld in deze onderafdeling, niet naleeft.

Voor de minister of zijn gemachtigde beslist om een maatregel als vermeld in het tweede lid, te nemen, wordt de lesgever op de hoogte gebracht van de overweging tot intrekking als vermeld in het tweede lid.

De lesgever wordt geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen een maand nadat hij de kennisgeving, vermeld in het derde lid, heeft ontvangen, een schriftelijk verweer te richten aan de minister of zijn gemachtigde, alsook over de mogelijkheid om door het bestuur gehoord te worden.

De minister of zijn gemachtigde neemt binnen één maand vanaf de datum van de ontvangst van het schriftelijke verweer of vanaf de datum van de hoorzitting of, bij gebrek daaraan, binnen één maand vanaf de datum waarop de periode van een maand na de ontvangst van de kennisgeving, vermeld in het derde lid, is verstreken, een beslissing om de maatregel als vermeld in het tweede lid, al dan niet te nemen.

Bij gebrek aan een beslissing binnen de termijn, vermeld in het vijfde lid, wordt de minister of zijn gemachtigde geacht af te zien van de maatregel, vermeld in het tweede lid.


<= =>

Nieuwe vraag en antwoord.

Editeer vraag en antwoord.