<= =>

LET OP, dit ontwerp wordt NIET ingevoerd,
dit is een archief tekst.

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden voor het rijonderricht en de erkende rijscholen.

Titel 3. Het rijonderricht vanuit een erkend filiaal

Hoofdstuk 3. Het filiaal dat erkend is om praktijkonderricht te geven

Afdeling 2. Het oefenterrein

Art. 35.

Elk oefenterrein dat gebruikt wordt voor de manoeuvres die deel uitmaken van het praktijkonderricht, is door de minister of zijn gemachtigde erkend.

Het oefenterrein wordt erkend voor een of meer van de volgende categorieën:

1° categorie AM: voertuigen van categorie AM;

2° categorie A: voertuigen van categorie A1, A2 en A;

3° categorie B+E: voertuigen van categorie B+E en B + code 96;

4° categorie C: voertuigen van categorie C1 en C;

5° categorie D: voertuigen van categorie D1 en D;

6° categorie C+E en D+E: voertuigen van categorie C1+E, C+E, D1+E en D+E;

7° categorie G: voertuigen van categorie G.

Art. 36.

§1. Het oefenterrein laat de kandidaat-bestuurders toe om de manoeuvres die deel uitmaken van het praktijkonderricht, in alle veiligheid uit te voeren.

§2. Voor de uitvoering van de manoeuvres wordt op het oefenterrein, naargelang de categorie waarvoor het oefenterrein erkend is, een zone voorzien die voldoet aan de volgende minimumafmetingen:

1° de zone voor categorie AM is minstens 40 meter lang en 10 meter breed;

2° de zone voor categorie A is minstens 100 meter lang, waarvan 60 meter van de 100 meter 20 meter breed is en 40 meter van de 100 meter 30 meter breed is;

3° de zone voor categorie B+E is minstens 50 meter lang en 7 meter breed;

4° de zone voor categorie C is minstens 50 meter lang en 8 meter en 40 centimeter breed met bijkomend de noodzakelijke ruimte om het manoeuvre achteruit in een garage rijden uit te voeren;

5° de zone voor categorie D is minstens 50 meter lang en 10 meter breed met bijkomend de noodzakelijke ruimte om het manoeuvre achteruit in een garage rijden uit te voeren;

6° de zone voor categorie C+E en D+E is minstens 50 meter lang waarvan 30 meter van de 50 meter 8 meter breed is en 20 meter van de 50 meter 9 meter en 50 centimeter breed is met bijkomend de noodzakelijke ruimte voor de laadkaai;

7° de zone voor categorie G is minstens 50 meter lang en 10 meter breed.

§3. In de zones, vermeld in paragraaf 2, bevindt zich geen enkel obstakel, geen enkele muur, afsluiting of andere vaste structuur die de veiligheid in het gedrang zou kunnen brengen. Alleen het materiaal dat nodig is om de manoeuvres uit te voeren, is in de zone toegelaten.

§4. Het oefenterrein dat bestaat uit verschillende zones, mag tegelijkertijd gebruikt worden voor het praktijkonderricht voor verschillende categorieën als de minimumafmetingen van de zones, vermeld in paragraaf 2, gerespecteerd worden.

§5. De zone van het oefenterrein waarop praktijkonderricht voor een bepaalde categorie wordt gegeven, wordt door maximaal twee lesvoertuigen tegelijkertijd gebruikt.

§6. De zone van het oefenterrein waarop praktijkonderricht voor categorie AM wordt gegeven, wordt door maximaal vijf lesvoertuigen tegelijkertijd gebruikt.

Art. 37.

Het oefenterrein is op een veilige en voldoende wijze afgescheiden van de openbare weg of van andere plaatsen waar zich personen kunnen bevinden.

Het oefenterrein wordt zo ingericht dat alle personen die vreemd zijn aan het praktijkonderricht, er geen toegang toe hebben gedurende het praktijkonderricht.

Art. 38.

Het oefenterrein heeft een stevige en stabiele ondergrond die aangepast is aan de categorieën waarvoor het erkend is. De staat van het oefenterrein laat de uitvoering van de manoeuvres die deel uitmaken van het praktijkonderricht, in alle veiligheid toe.

Het oefenterrein is vrij van constructies of materialen die ongevallen zouden kunnen veroorzaken of die de veiligheid en de correcte uitvoering van de manoeuvres die deel uitmaken van het praktijkonderricht, zouden kunnen belemmeren.

Art. 39.

Het oefenterrein beschikt minimaal over de volgende uitrustingen:

1° een brandblusser van minstens vijf kilogram waarvan de vervaldatum nog niet verlopen is;

2° een absorberend product voor olievlekken;

3° een EHBO-uitrusting;

4° een goed werkende vaste lichtinstallatie die het volledige oefenterrein verlicht indien het oefenterrein tussen zonsondergang en zonsopgang wordt gebruikt.

Art. 40.

Naast de uitrustingen, vermeld in artikel 39, voldoet het oefenterrein per categorie waarvoor het erkend is, ook aan de voorwaarden en de uitrusting, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 41.

Verschillende filialen van dezelfde rijschool of een of meer filialen van een andere rijschool mogen hetzelfde erkende oefenterrein gebruiken.


<= =>

Nieuwe vraag en antwoord.

Editeer vraag en antwoord.