=>

10 JULI 2006. - Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B.

Hoofdstuk I. Definities

Artikel 1

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

« voorlopig rijbewijs B » : het voorlopig rijbewijs voor een motorvoertuig van categorie B zoals omschreven in artikel 2, § 1, 5°, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;

« theoretisch examen » : het examen bepaald in artikel 23, § 1, 4°, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer;

« praktisch examen » : het examen bepaald in artikel 23, § 1, 2°, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer;

« rijschool » : een rijschool erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen;

« gebrevetteerd rij-instructeur » : een instructeur met een brevet van beroepsbekwaamheid dat toegang geeft tot de functie van instructeur die met het praktisch onderricht voor het besturen van voertuigen van categorie B belast wordt, zoals bepaald in artikel 24 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen.

« vormingsmoment » : de opleiding aan de begeleider die een kandidaat-bestuurder die houder is van een voorlopig rijbewijs B met begeleider begeleidt;

« begeleidersattest » : het begeleidersattest, vermeld in artikel 23, § 9, van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen;

« instructietoelating » : de toestemming van de minister of zijn gemachtigde om rijonderricht te geven conform het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen;

« minister » : de Vlaamse minister, bevoegd voor de weginfrastructuur en het wegenbeleid;

10° « bestuur » : het departement, vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

11° « algemene verordening gegevensbescherming » : verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).


=>

Nieuwe vraag en antwoord.

Editeer vraag en antwoord.