<= =>

LET OP, dit ontwerp wordt NIET ingevoerd,
dit is een archief tekst.

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden voor het rijonderricht en de erkende rijscholen.

Titel 6. De erkenning van de rijschool, het filiaal en het oefenterrein

Hoofdstuk 2. De erkenning van een filiaal van de rijschool

Art. 142.

§1. De rijschool die een erkenning van een filiaal wil verkrijgen, dient bij het bestuur op elektronische wijze of op papier een aanvraag tot erkenning van een filiaal in, waarvan het bestuur het model bepaalt.

§2. Bij de aanvraag geeft de rijschooldirecteur al de volgende informatie op:

1° als de aanvrager een natuurlijke persoon is: de voor- en achternaam, het adres en het ondernemingsnummer van de natuurlijke persoon;

2° als de aanvrager een rechtspersoon is: de maatschappelijke naam, het juridische statuut, het adres van de maatschappelijke zetel en het ondernemingsnummer;

3° de commerciële naam van de rijschool;

4° de voor- en achternaam en het rijksregisternummer van de rijschooldirecteur en de zaakvoerder;

5° het erkenningsnummer van de rijschool;

6° het adres van het filiaal waarvoor de rijschool een erkenning wil;

7° de openingsuren van het filiaal;

8° het type van rijonderricht waarvoor de rijschooldirecteur het filiaal conform artikel 3, tweede lid, wil laten erkennen;

9° als de rijschooldirecteur een erkenning voor praktijkonderricht wil, met uitzondering van categorie B: het adres van het oefenterrein dat het filiaal zal gebruiken om praktijkonderricht te geven, en, in voorkomend geval, als het oefenterrein al is erkend, het erkenningsnummer van het oefenterrein;

10° als de rijschooldirecteur een erkenning voor praktijkonderricht wil en conform artikel 29 wil gebruikmaken van de mogelijkheid om het praktijkonderricht te starten vanuit of te eindigen aan een plaats in het Vlaamse Gewest die bij een halteplaats van het openbaar vervoer ligt: het adres van die halteplaats en voor welk type van openbaarvervoermiddel het een halteplaats is;

11° als de rijschooldirecteur een erkenning voor theorieonderricht wil: de bevestiging dat het filiaal is uitgerust met een leslokaal dat beantwoordt aan de voorwaarden, vermeld in artikel 21, of het adres van het leslokaal dat het filiaal zal gebruiken om theorieonderricht te geven;

12° de contactgegevens van het filiaal en de zaakvoerder.

§3. Bij de aanvraag worden al de volgende documenten gevoegd:

1° een verklaring op erewoord dat het filiaal alleen bestemd is voor activiteiten die verband houden met het rijonderricht;

2° een schema op schaal en foto's van het filiaal;

3° een kopie van de lestoelating II en/of III van de rijschooldirecteur;

4° als de rijschooldirecteur een erkenning voor theorieonderricht wil en het filiaal uitgerust is met een leslokaal: een schema op schaal en foto’s van het leslokaal.

§4. De aanvraag bevat de toestemming van de rijschool om de inspecteurs die de minister of zijn gemachtigde aanwijst, toe te laten om in elke omstandigheid elk filiaal van de rijschool en elk leslokaal en oefenterrein dat deel uitmaakt van of dat gebruikt wordt door de filialen van de rijschool te betreden, alle lesvoertuigen te bezichtigen, alle rijonderricht dat gegeven wordt, bij te wonen, vaststellingen te doen en documenten te raadplegen. De aanvraag bevat daarnaast ook de toestemming om de inspecteurs die de minister of zijn gemachtigde aanwijst met het oog op het onderzoek een kopie daarvan te laten nemen of op elektronische wijze op te vragen.

§5. Een aanvraag tot erkenning van een filiaal kan alleen behandeld worden als er op het adres van het filiaal geen ander filiaal erkend is en de retributie, vermeld in artikel 155, eerste lid, is betaald.

De minister of zijn gemachtigde deelt uiterlijk één maand nadat hij de aanvraag heeft ontvangen, en de retributie, vermeld in artikel 155, eerste lid, is betaald, aan de rijschooldirecteur mee of de aanvraag al dan niet volledig is.

Als de aanvraag onvolledig is, behandelt de minister of zijn gemachtigde de aanvraag pas nadat hij de ontbrekende informatie heeft ontvangen.

Binnen één maand nadat een volledige aanvraag is ingediend, controleert een inspecteur die de minister of zijn gemachtigde aanwijst, of het filiaal voldoet aan de voorwaarden, vermeld in titel 3, hoofdstuk 1, en maakt daarover een verslag.

De minister of zijn gemachtigde neemt binnen één maand nadat hij het verslag, vermeld in het vierde lid, ontvangen heeft, een beslissing om het filiaal van de rijschool al dan niet te erkennen.

De minister of zijn gemachtigde kan de termijn waarin hij zijn beslissing moet nemen, verlengen met één maand. Hij brengt de rijschooldirecteur daarvan op de hoogte.

Als er geen beslissing wordt genomen binnen de opgelegde termijn, geldt het ontbreken van een beslissing als een beslissing van aanvaarding.

Art. 143.

Het bestuur reikt aan elk filiaal dat wordt erkend, een bewijs van de erkenning uit, waarvan de minister het model bepaalt, en verleent het filiaal een erkenningsnummer.

De erkenning van het filiaal wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 144.

De rijschooldirecteur dient een nieuwe aanvraag tot erkenning in bij iedere wijziging in de informatie die is meegedeeld en in de documenten die zijn bezorgd, conform artikel 142, §2 en §3, waarop de erkenning gebaseerd is.

Een nieuwe erkenning van het filiaal heeft het verval van de eerdere erkenning tot gevolg.

Art. 145.

Om erkend te blijven, wordt op elk moment voldaan aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit.

Art. 146.

De minister of zijn gemachtigde trekt de erkenning van het filiaal in de volgende gevallen in:

1° de erkenning van de rijschool is ingetrokken;

2° het rijonderricht wordt niet gestart binnen drie maanden nadat het filiaal erkend is;

3° het rijonderricht wordt er langer dan zes maanden opgeschort;

4° de rijschoolactiviteiten worden definitief stopgezet;

5° het filiaal sluit;

6° er is geen rijschooldirecteur die de leiding heeft over het filiaal na afloop van de termijn, vermeld in artikel 49, derde lid.

Voor de minister of zijn gemachtigde tot intrekking van de erkenning beslist, wordt de rijschooldirecteur of, als er geen rijschooldirecteur is na afloop van de termijn, vermeld in artikel 49, derde lid, de houder van de lestoelating II, III, IV, V of VI, vermeld in artikel 86, §1, 2°, §2, 2°, §3, 2°, §4, 2°, of §5, 2°, of de rijschooldirecteur van een andere rijschool die tijdelijk is belast met de leiding van de filialen, op de hoogte gebracht van de overweging tot intrekking.

De rijschooldirecteur of, als er geen rijschooldirecteur is na afloop van de termijn, vermeld in artikel 49, derde lid, de houder van de lestoelating II, III, IV, V of VI, vermeld in artikel 86, §1, 2°, §2, 2°, §3, 2°, §4, 2°, of §5, 2°, of de rijschooldirecteur van een andere rijschool die tijdelijk is belast met de leiding van de filialen, wordt geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen een maand nadat hij de kennisgeving, vermeld in het tweede lid, heeft ontvangen, een schriftelijk verweer te richten aan de minister of zijn gemachtigde, alsook over de mogelijkheid om door het bestuur gehoord te worden.

De minister of zijn gemachtigde neemt binnen één maand vanaf de datum van de ontvangst van het schriftelijke verweer of vanaf de datum van de hoorzitting of, bij gebrek daaraan, binnen één maand vanaf de datum waarop de periode van een maand na de ontvangst van de kennisgeving, vermeld in het tweede lid, is verstreken, een beslissing om de erkenning van het filiaal al dan niet in te trekken.

Bij gebrek aan een beslissing binnen de termijn, vermeld in het vierde lid, wordt de minister of zijn gemachtigde geacht af te zien van de intrekking van de erkenning van het filiaal.

Als de erkenning van het filiaal wordt ingetrokken, bezorgt de rijschooldirecteur of, als er geen rijschooldirecteur is na afloop van de termijn, vermeld in artikel 49, derde lid, de houder van de lestoelating II, III, IV, V of VI, vermeld in artikel 86, §1, 2°, §2, 2°, §3, 2°, §4, 2°, of §5, 2°, of de rijschooldirecteur van een andere rijschool die tijdelijk is belast met de leiding van de filialen, de logboeken en het jaaroverzicht van het rijonderricht, vermeld in artikel 128 en 130, aan het bestuur.

Art. 147.

De intrekking van de erkenning van het filiaal wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.


<= =>

Nieuwe vraag en antwoord.

Editeer vraag en antwoord.